
Niets is zeker behalve de dood, belastingen en ecologische successie.
Sommige dingen in het leven zijn onvermijdelijk. Benjamin Franklin zei ooit: “Nothing is certain except death and taxes.” Maar als je goed naar de natuur kijkt, kun je daar nog iets aan toevoegen: ecologische successie.
Je kent het vast wel: een verlaten stukje grond waar na een paar maanden ineens gras en kruiden opschieten. Geef het wat meer tijd en er verschijnen struiken en kleine boompjes. Uiteindelijk, als je écht lang wacht, groeit er misschien een heel bos. Dit is ecologische successie: het natuurlijke proces waarbij een landecosysteem zich in stappen ontwikkelt, van kale grond naar volgroeid bos.
Maar wat vaak over het hoofd wordt gezien, is dat dit proces niet alleen boven de grond plaatsvindt, maar ook daaronder. In de bodem ligt namelijk de blauwdruk van ecologische successie verborgen: de verhouding tussen bacteriën en schimmels, samen met de invloed van protozoa en nematoden, bepaalt welke voedingsstoffen vrijkomen en welke planten zich kunnen vestigen. Met andere woorden: de vegetatie boven de grond weerspiegelt wat er zich daaronder afspeelt.
Verandering begint in de bodem
In de vroege stadia van ecologische successie, denk aan een vers opengescheurde aardkorst na een vulkaanuitbarsting, is de bodem voornamelijk het domein van bacteriën. Schimmels zijn nauwelijks aanwezig. Wanneer we dit uitdrukken in een verhouding, kun je stellen dat er in zo’n bodem meer dan 100 keer zoveel bacteriële biomassa is als schimmelbiomassa. Dit wordt weergegeven als een F:B (Fungal:Bacteria) ratio van <0.01. Naarmate de bodem ouder en stabieler wordt, verschuift de balans: schimmels nemen langzaam de overhand. In volwassen bodems, zoals in bossen, ligt de F:B ratio rond de 5 tot 10. Dit betekent dat er ongeveer 5 tot 10 keer zoveel schimmelbiomassa is als bacteriële biomassa.
Waarom is dit interessant? Omdat het verklaart waarom sommige planten goed gedijen in jonge, bacteriedominante bodems, terwijl andere juist floreren in bodems waar schimmels de overhand hebben. En dat brengt ons bij de praktijk.
Onkruiddruk in de akkerbouw
Veel pioniersplanten, oftewel onkruiden, gedijen goed in een jonge, bacterierijke bodem. Dit is geen toeval: het is juist hun functie om verstoorde gebieden snel te bedekken en zo de bodem te helpen herstellen. Wanneer de bodem in een vroeg stadium van ecologische successie blijft, bijvoorbeeld door regelmatige verstoring (ploegen) en chemische input, creëer je de ideale omstandigheden voor pioniersplanten. Dit verklaart waarom veel intensief bewerkte akkers kampen met hoge onkruiddruk.
Maar wat gebeurt er als je die bodem helpt om een stap verder te zetten in successie?
In een bacteriedominante bodem is de afgifte van voedingsstoffen vaak gericht op nitraat, wat onkruiden ten goede komt. Naarmate de bodem meer schimmels bevat, verschuift de voedingsstoffenbalans naar ammonium. Deze verschuiving maakt de bodem beter geschikt voor gewassen die we in de landbouw willen telen, aangezien veel van onze gewassen juist een balans tussen nitraat en ammonium nodig hebben om goed te groeien.

Met dank aan Birgit Albertsmeier van Rijkebodem.eu voor het mogen gebruiken van deze fantastische infographic.
Hoe kun je de verschuiving naar een schimmelrijkere bodem realiseren?
- Beperk verstoring – Dit is de eerste en belangrijkste stap. Zonder deze maatregel hebben de volgende acties weinig effect. Minder ploegen en een lagere chemische input voorkomen dat schimmels telkens opnieuw worden vernietigd, waardoor ze zich kunnen vestigen en opbouwen.
- Voorzie de bodem van voldoende voeding – Zodra verstoring is geminimaliseerd, is het essentieel om schimmels de juiste voedingsstoffen te geven. Compost, mulch en gewasresten leveren organisch materiaal dat schimmels nodig hebben om te groeien. Door de bodem nooit kaal te laten en gewassen te variëren, blijft fotosynthese continu doorgaan. Dit houdt niet alleen schimmels, maar het hele bodemleven actief en gevoed.
- Vul aan wat ontbreekt – Pas als de omstandigheden stabiel zijn en er voldoende voedsel is, heeft het zin om doelgericht extra bodemleven toe te voegen. Onderzoek in welke F:B-verhouding jouw gewas het beste groeit en laat de staat van het bodemleven analyseren. Mis je bepaalde organismen? Dan kun je ze gericht toevoegen met compost of compostextracten die rijk zijn aan de juiste microbiële samenstelling.
Werk met de natuur in plaats van ertegenin
Ecologische successie is geen hindernis, het is een kans. Wanneer we begrijpen hoe bodems zich ontwikkelen en hoe bacteriën en schimmels hun eigen balans in successie kennen, kunnen we daarop inspelen.
Onkruid is geen willekeurige vijand, maar een indicator van de staat van de bodem. En door die bodem een stap verder te helpen, kunnen we onkruiddruk op een natuurlijke manier proberen te verlagen. Geen hogere wiskunde maar gewoon een beetje meebewegen met de natuur.
En als er één ding zeker is, dan is het wel dat de natuur haar gang altijd gaat. Net als de belastingdienst.